Tagarchief: Amiens

Fietsen aan de Somme (2023)

We schrijven 11 april: Aline stapt mee in de Joepie tocht van de KSA (100km op 4 dagen) wat ons een tijdsvenster geeft voor een korte trip. Omdat Caroline fysiek worstelt met een onwillige schildklier lijkt fietsen de beste optie. Vooraan in de inspiratiemap zit al een tijdje de Véloroute Vallée de Somme. Alleen de weersverwachting is een spelbreker: 11°C, regen, en veel wind…

Nochtans vertrekken we mét zon, via de snelweg naar Boulogne-sur-Mer, en vervolgens de kustweg over Le Touquet en Berck naar Rue waar we een korte wandeling maken rond het Belfort en de Gotische Chapelle du Saint-Esprit. In Crotoy genieten we van het panorama over de baai en zoeken we ingrediënten bijeen voor een lunch, die we nuttigen met uitzicht op het Bassin de Chasse. Rillette van schaap, een lokaal biertje en abrikoos-amandel confituur als toetje, het smaakt allemaal even lekker. We kochten ze dan ook in Aux saveurs de la baie!

De zon blijft ons vergezellen – we parkeren onze Blauwe, na wat zoeken, op de parking van Carrefour aan de toegangsweg van Saint-Valery-sur-Somme. Met de fiets trekken we op verkenning, langs het kanaal naar de baai, rond Cap Hornu naar de kapel van Saint-Valéry (Chapelle des Marins). Het werd, als enig overblijfsel van een abdij, in 1880 herbouwd in een opvallend dambordpatroon van zandsteen en silex.

We pedaleren door de oude bovenstad tot we stoppen voor een koffie met taart. Intussen begint het alsnog te regenen. Bovendien is Caro’s energie voor de dag opgesoupeerd, dus fietsen we terug naar de bus en rijden naar camping Chateau des Tilleuils, niet zonder eerst te checken of de Repos des Pecheurs open is. Helaas, geen teken van leven daar. Dineren doen we in de camper, gesier de canard met ratatouille, we zijn tenslotte in Frankrijk!

Op dinsdag rijden we naar Abbeville. We laten er de Blauwe achter op de parking aan het station, en vertrekken met de fiets richting Amiens, langs de Somme.  De véloroute volgt hoofdzakelijk het oude chemin de halage of jaagpad. Zo vroeg op het jaar is het erg rustig, we komen maar een handvol fietsers tegen. We krijgen de hele dag zowaar de zon cadeau.

De véloroute biedt een aantrekkelijke mix van oude sluizen, mooie stukken natuur, hier en daar restanten van een industrieel verleden en kleine chateaus. Zo ook het in oorsprong 15de eeuws kasteel van Pont-Rémy, nu eigendom van de gemeente en in blijde verwachting van broodnodige instandhoudingswerken.

Even verderop passeren we het Chateau de Long, een folie uit de 18de eeuw in wit en roze, met prachtige serres aan de waterkant – helaas die dag gesloten. Het werd in de jaren ‘60 door een bemiddelde industrieel gekocht in verwaarloosde staat en vervolgens helemaal gerestaureerd. Zo staan er langs de route nog wel voorbeelden van…

Net voorbij Long bewonderen we de oude elektriciteitscentrale op de Somme, die nog volledig operationeel is. In Picquigny domineert dan weer een indrukwekkende middeleeuwse vesting het stadje. We lunchen er bij de sluis, en houden sanitaire stop bij het lokale bureau van toerisme. Die zijn in de hele streek voorzien op fietsers, je vindt er een keur aan overzichtelijke folders met diverse routes.

Dan komt Amiens in zicht, we rijden langs de zoo en het grote Parc de la Hotoie, van oudsher vrije gronden die buiten de muren van de stad lagen. Aan de toegang staat een indrukwekkende smeedijzeren poort, welke oorspronkelijk bij het oude stadhuis hoorde. De fietsen mogen we veilig binnen stallen bij de aanpalende B&B “Le Kiosque”.

We trekken ’s avonds nog de stad in – met verplichte stops langs de kathedraal die straalt in het laatste zonlicht, het belfort, stadhuis,… We lazen goeie feedback over de couscous en tajines van Le Picanordie, dus staan we daar op openingsuur te wachten voor de deur. Eerst weten we niet goed wat te denken: de vloer plakt, de tafels van de vorige avond zijn nog niet afgeruimd, de eigenaar komt pas laat binnenvallen… Bovendien reageren ze verwonderd wanneer we ter plaatse willen eten. Maar de couscous zelf: gewoonweg heerlijk. Achteraf realiseren we ons dat het nog ramadan is, en de mensen wellicht voor zonsondergang geen klanten hadden verwacht.

Na een heerlijk ontbijt in de B&B vertrekken we met volle energie richting de Somme. Dat geldt helaas niet voor de batterij van Caro’s fiets, de lader blijkt nog in de bus te liggen… Dat wordt een dagje “eco” rijden! De bekende hortillages van Amiens liggen er wat troosteloos bij onder een vervelende miezer. Gelukkig wordt het even later terug droog en kunnen we in Daours zowaar even zonnen.

De picknick nemen we ditmaal aan de restanten van het chateau in Heilly. Het was ooit een protserig paleis, favoriete plek van de adel, met drijvende tuinen en m’a tu vu terrassen. Helaas is er weinig meer te zien na de ontmanteling van rond 1850. Uit het niks barst een hagelbui los, gelukkig kunnen we schuilen. De weergoden worden ons daarna weer goedgezind. Ook aan de sluis van Daours houden we nog even halt voor een hapje, aan de groene rustzone.

In Corbie verlaten we de V30 Véloroute Vallée de Somme voor de V32 Véloroute de la Mémoire. Het is even zoeken in het centrum, er lijken een aantal wegwijzers te ontbreken… We verlaten nu de Somme en fietsen door een open landschap met relatief weinig verkeer. Het gaat richting Albert, waar we in het naburige Meault inchecken in B&B Un Parfum de Campagne. Het blijkt een pico bello, mooi ingerichte plek. Ook hier mogen de fietsen op een veilige plaats. Omdat de batterij van zowel fiets als fietsster plat is, besluiten we ’s avonds niet meer naar Albert af te zakken maar een wandeling in de buurt te maken. Op het dorpspleintje staat een mobiel pizzakraam, zo hebben we ook meteen ons diner.

Donderdag fietsen we Albert in – na de eerste heuvel laat de accu het helemaal afweten, maar gelukkig is de route verder vlak. We laten de fietsen achter voor het bureau van toerisme en pikken een kaartje op met een wandeling langsheen art deco gebouwen. Na WO I was het dorp grotendeels verwoest en werd er ijverig herbouwd in de toen heersende stijl. Enkel de opvallende neo-Byzantijnse basiliek werd in oorspronkelijke staat hersteld.

Het oorlogsmuseum “Somme 1916” laten we links liggen, we moeten immers een trein halen! In Frankrijk kan je, zonder speciaal ticket of voorafgaande reservatie, met de fiets de trein op, tenminste als het een TER-trein is. In de stationshal bewonderen we het Potez-vliegtuigje dat er aan het plafond hangt. Zijn fabriekje uit 1924 groeide uit tot een belangrijk productiecentrum van Airbus. Wat later staan we onwennig op het perron maar zie – een vlakke instap, een aparte plaats voor fietsen, het is allemaal prima geregeld. In Amiens moeten we overstappen in het gezelschap van Jules Verne en sporen we verder naar Abbeville. Het gaat zo vlot dat we al meteen denken aan andere one way-trajecten in Frankrijk!

Wanneer we in Saint-Ricquer stoppen om de abdij te bewonderen, krijgen we plots bericht dat Aline 2u vroeger zal toekomen aan het station van Brugge – we kiezen dan ook voor de snelste route naar huis en zullen net op tijd zijn om het heroïsch verslag van 4 dagen wandelen uit eerste hand te horen.